Geschiedenis van het Sint-Romboutskerkhof
Wat vandaag bekend staat als het Sint-Romboutskerkhof is in feite het noorderkerkhof. Aan de andere zijde van de kerk – bij de oprichting van het bisdom Mechelen in 1559 bevorderd tot kathedraal – bevond zich ook nog een zuiderkerkhof. De inwoners van de Sint-Romboutsparochie – tussen 1134 en 1255 de enige Mechelse parochie – vonden hier hun laatste rustplaats. Aan dit gebruik kwam pas een eind toen ‘keizer-koster’ Jozef II in 1785 het verbod uitvaardigde om nog langer in het centrum te begraven. Er werd uitgeweken naar een nieuwe begraafplaats aan de rand van de stad. Het oude kerkhof werd een openbaar plein dat in de tweede helft van de 20ste eeuw grotendeels werd ingenomen door parkeerplaatsen.
Wanneer de eerste begraving er plaatsvond, is moeilijker te achterhalen. Het voorlopig oudste skelet is op basis van radiokoolstofanalyse (C14) te dateren in de 10de of het begin van de 11de eeuw. Dit komt overeen met de periode waarin het Sint-Romboutskapittel werd gesticht door Notger, prinsbisschop van Luik van 971 tot 1008. Veel skeletten wachten echter nog op datering. De vondst van een aantal voorwerpen uit de Karolingische periode (onder andere enkele mantelspelden en een riemtong) wijst mogelijk in die richting.
Ga verder naar het fysisch-antropologisch onderzoek van de opgravingen of ga terug naar de beginpagina.