Om een plaats op aarde – een bol – te bepalen zijn er denkbeeldige breedte- en lengtelijnen op getrokken. De lengtelijnen lopen over de Noord- en Zuidpool  en verdelen elk de aarde in twee gelijke delen oost-west. De naam van een lengtelijn (of meridiaan) is die van de hoek die ze maakt ten opzichte van de 0-meridiaan. Dit is de lengtelijn die door het Londens voorstadje Greenwich loopt en de Noordpool met de Zuidpool verbindt.

De breedtelijnen lopen evenwijdig aan de evenaar. De evenaar is de langste breedtelijn en de enige die de aarde in twee gelijke delen noord-zuid verdeelt. De naam van breedtelijnen krijgen ze van de hoek die ze vormen met de evenaar naar de polen toe: van 0° (evenaar) tot 90° noorderbreedte of NB (= Noordpool) of 90° zuiderbreedte of ZB (= Zuidpool)

Vermits de omtrek van de aarde 40 000 km is, bedraagt de afstand tussen de volle breedtelijnen  40 000km/360° = 111 km/°. Omdat ons land niet te groot is, loopt er maar één breedtelijn door Vlaanderen, nl.  de 51ste graad NB en die loopt op het grondgebied van de stad Mechelen.

Hier dus.

51 graden noorderbreedte51 graden noorderbreedte

Andere bekende breedtelijnen zijn de Kreeftskeerkring, 23° NB (op 21 juni staat de zon er loodrecht op, dan zomert het bij ons) en de Steenbokskeerkring, 23° ZB (op 21 december staat de zon er loodrecht op, dan is ’t hier winter).