Het gebouw van De Meeuw aan de A12 in Willebroek is werkelijk een visitekaartje: 78 bouwmodules vormen één groot geheel, al 12 jaar lang. Het verschil met de traditionele bouw is amper zichtbaar en evolueert bovendien mee met de tijd. Ook aan het station in Mechelen staan enkele projecten van deze Willebroekse speler, bij wie modulair bouwen hand in hand gaat met circulariteit en toekomstgerichtheid.

Met wie maken onze lezers kennis?
Jurgen: “Ik ben Jurgen Van Muylder, business developer bij De Meeuw. Dat houdt in dat ik prospecteer, de eerste contacten leg en die ook opvolg. Daarnaast ben ik accountmanager voor Vlaams-Brabant, Brussel en Wallonië.”

Koen: “En ik ben Koen Lismont, commercieel directeur voor De Meeuw België. Ik ben al lang actief in de modulaire bouwwereld en in 2007 ben ik hier gestart. Dat is altijd mijn ambitie geweest, omdat dit bedrijf in mijn ogen alles kan.”

Een bedrijf dat alles kan: wat bedoel je daarmee?
Koen: “De Meeuw is al meer dan 90 jaar specialist in innovatief bouwen. Het gaat dan vooral om modulair bouwen, wat tot 50% sneller gaat dan traditionele bouwmethodes. Daarmee zijn we actief in drie segmenten: tijdelijke, semi-permanente en permanente gebouwen.”

Jurgen: “We geloven erg hard in gebruik in plaats van bezit. In België en Nederland hebben we onze eigen verhuurparken met EPB-conforme en brandveilige units die bij heel wat overheden (scholen en ziekenhuizen) en bedrijven worden ingezet. Verder bieden we snelle, flexibele en permanente bouwoplossingen aan, die bovendien niet te onderscheiden zijn van traditionele gebouwen. En alles ertussen is het semi-permanent gegeven: functionele en hoogwaardige gebouwen die kunnen meegroeien met de gebruiker.”

En het zijn die modules die het concept zo bijzonder maken?
Koen: “Voor ons is dit dé manier om te bouwen aan de toekomst. Letterlijk aan de toekomst van bedrijven en overheden, want door modulair te bouwen, kunnen we in alle richtingen met onze klanten mee groeien. Breiden ze uit, dan plaatsen we modules bij. Krimpen ze in of voeren ze een sterk thuiswerkbeleid, dan kunnen we probleemloos enkele modules wegnemen. En besluiten ze te verhuizen? Ook dan kunnen we het geheel in zijn totaliteit loskoppelen en verplaatsen naar de nieuwe uitvalsbasis. Dankzij de uitwisselbaarheid van onderdelen kan een tijdelijk schoolgebouw op deze manier bijvoorbeeld ook probleemloos worden omgevormd naar – zeg maar – een kinderdagverblijf.”

Jurgen: “Maar ook figuurlijk bouwen we aan de toekomst van de maatschappij. Onze bouwmodules worden vooraf gefabriceerd in onze productiehallen en ter plaatse gemonteerd. Dat gebeurt voor een deel met nieuwe materialen, maar ook met hergebruik. Van modules die niet meteen weer worden ingezet, halen we de verschillende componenten eruit. Zaken die we niet kunnen hergebruiken, bijvoorbeeld sanitaire toestellen, warmtepompen of aircosystemen, krijgen een nieuwe bestemming op de tweedehandsmarkt. De rest krijgt een nieuw leven.”

Hoe ziet dat nieuwe leven van die materialen eruit?
Koen: “Samenwerking is hier de sleutel tot slagen in dit duurzame verhaal. Een deel van de herwonnen materialen gaat rechtstreeks vanuit onze grondstoffenfabriek naar onze productiehal waar we de uit te leveren modules klaarmaken voor transport om ze vervolgens om te vormen tot een gebouw. Maar we hebben met heel wat leveranciers ook afspraken gemaakt dat ze deze materialen opnieuw gebruiken als grondstofmateriaal voor bijvoorbeeld nieuwe PVC-vloeren, plaatmaterialen, EPDM-dakbedekking, systeemplafonds of zelfs kleding.”

Loopt dit businessmodel ook tegen obstakels aan?
Koen: “De wetgeving is daarin toch een limiterende factor. Bij overheidsopdrachten is het nog vaak – of om niet te zeggen altijd – de goedkoopste offerte die aan het langste eind trekt. Een groot voordeel in heel het circulair gebeuren is dat er eindelijk stabiliteit is gekomen met betrekking tot de EPB-wetgeving, al is het wel zo dat de wetgeving nog veel verder mag en kan gaan. Geef ons bijvoorbeeld die stempel van circulaire speler en laat dit ook zwaarder doorwegen bij aanbestedingen. Enkel dan zal het circulaire verhaal het winnen van de goedkopere bouwoplossingen die vaak weinig toekomstmogelijkheden bieden.”

Mensen weten het misschien niet, maar aan het station van Mechelen zijn jullie alom aanwezig?
Jurgen: “Klopt, het tijdelijke stationsgebouw werd bijvoorbeeld door ons geplaatst. Hetzelfde geldt voor het fietspunt er vlakbij. Dat stond eerst in Ottignies, we hebben dat dan gerefurbished en vandaag doet het dienst in Mechelen. Ook het dienstengebouw achteraan het station bestaat uit verschillende bouwmodules en werd gekoppeld aan een reeds bestaand gebouw van ons. Zo zie je maar dat het om een zeer flexibele bouwoplossing gaat.”

Koen: “Een ander voorbeeld rond herbestemming van onze bouwunits is het tijdelijke stationsgebouw van Leuven. Dat heeft een tweede leven gekregen als opleidingscentrum bij BMW Benelux in Bornem. We hebben dit één-op-één verplaatst, zonder veel aanpassingen. Ook dit toont de vele mogelijkheden van modulair bouwen aan.”

Welke drie woorden zijn onlosmakelijk verbonden met De Meeuw?
Jurgen: “Voordenken, samenwerken en flexibiliteit. En vooral dat voordenken is zeer belangrijk. Een gebouw laten leven samen met een groeiend, afslankend of ander bedrijf, kan alleen wanneer je voordenkt. Op die manier kan er in de ontwerpfase al rekening worden gehouden met de toekomstbestendigheid.”

Nog een afsluitende tip voor wie morgen zal/moet starten met een circulair verhaal?
Koen: “Just do it. Er wordt bijzonder veel over het topic gesproken. Je kan er iedere dag een webinar over volgen. Maar op echte daden is het vaak nog wachten. Ja, het prijskaartje is niet goedkoper, maar hoe meer partijen het doen – en op een gegeven moment zal dit ook de enige juiste weg zijn – hoe minder het zal kosten.”

 

En dankzij De Meeuw staan we weer een stap dichter bij een circulaire regio Mechelen. Meer info over De Meeuw vind je op www.demeeuw.be.

Zit je zelf met vragen? Ben je op zoek naar informatie of inspiratie? Of ambieer je ook je eerste circulaire stappen te zetten? Laat het ons weten via circulaireeconomie@mechelen.be.