We geloven dat een leefbare stad vooral via dialoog, preventie en respect tot stand komt. Gemeentelijke administratieve sancties zijn enkel een stok achter de deur om op te treden tegen mensen die de regels van een goed samenleven niet volgen.

Administratieve sancties zijn noodzakelijk, maar worden zo selectief mogelijk ingezet. Daarom heeft de burgemeester, in overleg met de korpschef, gekozen voor onderstaand handhavingsbeleid.

Dat handhavingsbeleid bestaat uit twee belangrijke pijlers

Ten eerste:

De vaststeller krijgt de richtlijn om enkel een PV op te maken als er duidelijke overlast is.

Stel je volgende situatie voor: 3u ’s nachts, buiten het stadscentrum, geen toilet in de nabije omgeving en je moet dringend plassen. Je doet dit in een berm en niet tegen een huisgevel of andere vaste constructie. In een situatie zoals deze veroorzaak je geen overlast. Er zal dus geen PV worden opgesteld, noch een GAS-boete worden opgelegd door de sanctionerend ambtenaar.

Ten tweede:

Wanneer een overtreding op de ABP wél gepaard gaat met overlast zal alleen voor onderstaande feiten onmiddellijk de administratieve GAS-procedure opgestart worden ten aanzien van meerderjarigen:

  • Gemengde inbreuken: Dit zijn inbreuken die niet enkel in het politiereglement maar ook in het strafwetboek zijn opgenomen. Voor de afhandeling van deze inbreuken sloot de stad een protocol met het parket. Je vindt het als bijlage bij de ABP hier. Voorbeelden:
    • graffiti (art 19bis)
    • feitelijkheden of lichte gewelddaden (art 83)
    • opzettelijke beschadigingen/vandalisme (art 87 tem art 87 sexies)
    • slagen en verwondingen (art 87 septies)
    • zich onherkenbaar begeven in publiek toegankelijke plaats (art 104)
    • nachtlawaai (art 148)
  • Foutief stilstaan of parkeren en inbreuken autoluwe zone (negeren verkeerbord C3): inbreuken op de bijzondere politieverordening inzake de GAS voor overtredingen parkeren en stilstaan en overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen.
  • Vervuilen openbare ruimte:
    • Zwerfvuil (art 7)
    • Hondenpoep achterlaten of geen zakje bij zich hebben (art 11)
    • Huisvuil aanbieden op niet-correcte tijdstip (art 35/6)
    • Huishoudelijk afval deponeren in publieke vuilbak (art 31/1)
    • Huishoudelijk afval niet correct aanbieden/sluikstorten (art 35/5)
    • Ophopen van afval in woningen (art 36)
  • Wildplassen (art 27)
  • Brandweg of nooduitgang versperren (art 61)
  • Inname openbaar domein zonder toelating en niet herstellen in oorspronkelijke staat (art 119, art 119bis en art 120)
  • Betreden van terrein waar verbod is aangebracht (art 73 en art 103)
  • (Seksuele) intimidatie (art 84)
  • Verhandelen en/of bezitten van schadelijke middelen voor oneigenlijk gebruik (art 60/1)
  • Niet respecteren van opgelegd plaatsverbod (art 82)
  • Maken van vuur of buurt storen met rook of uitwasemingen (art 54)
  • Afsteken van vuurwerk (art 165)
  • Zich niet schikken naar bevelen politie (art 6/1)
  • Exploiteren van een horeca-inrichting, nachtwinkel, privaat bureau voor telecommunicatie zonder vergunning, wedkantoor, studenten- en domiciliekamers, clubhuis motorclub en handcarwash (art 196, art 201, art 203,art 215/3bis, art 215/4,  art 215/17, art 215/49, art 215/64)
  • Het stallen van rijwielen in de openbare ruimte buiten de daarvoor voorziene stallingen, wanneer dit verbod zichtbaar wordt aangeduid (art 82/5). De sanctionerend ambtenaar kan bij een eerste inbreuk een administratieve geldboete opleggen van maximum 58 euro. Bij herhaling van deze inbreuk binnen een periode van 2 jaar na het opleggen van de eerste boete kan een administratieve geldboete van maximum 116 euro worden opgelegd.

Voor alle andere inbreuken op de ABP die gepaard gaan met overlast geeft men eerst een formele waarschuwing. Wanneer er binnen de 24 maanden na de formele waarschuwing opnieuw een inbreuk wordt vastgesteld die gepaard gaat met overlast, kan de GAS-ambtenaar de GAS-procedure opstarten.