‘[…] Alle met zyn eygen hant geschildert [overschildert en herschildert] inder vuege dat comparant die hout voor principalen, zoo goet als zyne andere ordinaere wercken, te weten het stuck zoo douden zongen […]’

In 1648 moest Antwerps barokmeester Jacques Jordaens (1593-1677) zich verantwoorden bij een notaris voor het laten uitvoeren van schilderijen door zijn medewerkers. Dit was, volgens de meester, echter een gangbare praktijk. Of de kopers hier tevreden mee waren, is maar de vraag. Hedendaagse kunstwetenschappers komen door deze oude atelierpraktijken alvast voor raadsels te staan.

Brecht Vanoppen lichtte de moeilijkheden toe om een kunstwerk aan een meester toe te schrijven. Hij deed dit aan de hand van een onbestudeerd schilderij, gerelateerd aan Jordaens, dat zich bevindt in de collectie van Museum Hof van Busleyden. Stapsgewijs nam hij het publiek mee doorheen het toeschrijvingsproces van dit werk. Ook het onderwerp van het schilderij en de organisatie van het atelier van Jordaens werden onder de loep genomen.

Over de spreker

Brecht Vanoppen is master in de Kunstwetenschappen en editor van het Corpus Rubenianum Ludwig Burchard, de wetenschappelijke catalogus van het oeuvre van Peter Paul Rubens en bovendien het grootste kunsthistorische project ooit gewijd aan één kunstenaar. Daarnaast is Vanoppen een kenner van het oeuvre van Jacques Jordaens, waarover hij publiceerde voor tentoonstellingen en wetenschappelijke tijdschriften.