Het archeologisch onderzoek leverde informatie op over het interieur van het Spijker, althans op het gelijkvloers. De benedenverdieping bestond uit twee kamers: een kleine en een grote. 
In de grote kamer bevond zich een haard. Onder de kleine kamer bevond zich een grote beerput. Later werd daar bovenop nog een kleinere beerput gebouwd en een oven. Vermoedelijk was hier de keuken.

De opdeling werd in de loop der tijd meer dan eens gewijzigd. Bij elke nieuwe opdeling hoorde telkens een nieuwe vloer. De oudste vloer bestond uit eenvoudige rode tegels. Daar bovenop kwam (in de 15de eeuw?) een nieuwe vloer van zandstenen tegels. De tegels zelf waren verdwenen maar in de bewaarde mortellaag waren de afdrukken van de ruw bekapte onderzijde van de tegels zichtbaar. De meest recente vloeren waren tegelvloeren in zwarte en rode tegels. 

In de oostelijke lange gevel werd een dichtgemetseld raam ontdekt. Bij het vrijmaken van de raamopening bleek deze aan de binnenzijde gevat in een ondiepe nis. In de bepleistering van de nis was nog duidelijk te zien waar vroeger het houten luik zat waarmee het raam werd afgesloten. Zo'n raamconstructies vind je ook terug in 15de-eeuwse schilderijen. De muur bleek bovendien beschilderd: enkele sierlijke krullen of guirlandes in een donkere kleur op een gele achtergrond.

 

Ga verder en ontdek wat een beerput ons vertelt over de bewoners van het Spijker of ga terug naar de beginpagina.