19 april 1944: een zwarte dag
Woensdag 19 april, 18.40 u. Het luchtalarm gaat af. Vanuit het westen komen Amerikaanse bommenwerpers aangevlogen. Niets ongewoons. Meestal vliegen ze gewoon over. Die dag niet.
Drie golven van B-26-bommenwerpers gooien hun lading af boven het Arsenaal. Veel bommen missen doel.
De ravage is enorm: bijna 1000 vernielde huizen. Het menselijke leed ook: 150 doden en 123 gewonden.
De Mechelse brandweerlieden proberen te blussen en slachtoffers te bevrijden. Ze worden geholpen door naburige korpsen, Duitse soldaten, het Rode Kruis, politie, stadswerklieden, … De schade is zo groot dat sommige vermisten pas weken later uit het puin worden gehaald.
Kijkdoos ‘Een woensdagavond in april'
In de kijkdoos zie je het grondplan van de stad Mechelen met in het zuidoosten het Arsenaal. Op de locatie van het Arsenaal toont een foto het luchtbombardement.
De foto van het luchtbombardement in de kijkdoos. De straatnamen in de omgeving zijn aangegeven. Bommenwerpers gooien op 19 april 1944 1230 brandbommen af, 252 lichtere bommen en 432 ‘duizendponders’. (Stadsarchief Mechelen, verzameling Berlemont)
Het Amerikaanse bombardement brengt aanzienlijke schade toe aan het spoorwegmateriaal in het Arsenaal. Brandbommen zetten de site in lichterlaaie. (Stadsarchief Mechelen, verzameling Berlemont)
Het bombardement vindt plaats na de werkdag. De meeste arbeiders zijn gelukkig al op weg naar huis. In het Arsenaal sterven 5 werknemers en enkele Duitse bewakers. (Stadsarchief Mechelen, verzameling Berlemont)
In de voormiddag van 24 april gaat kardinaal Van Roey een begrafenisplechtigheid voor in de Sint-Romboutskathedraal. In de kerk zelf staan slechts vijf kisten opgesteld, de overige lijkkisten staan op de binnenplaats van het Sint-Romboutscollege. (Stadsarchief Mechelen, verzameling Berlemont)