Oude foto’s en tekeningen tonen een mooi gebouw met een steil dak, trapgevels en de aanzet van hoektorentjes die ten tijde van de foto/tekening al afgebroken waren. Het geheel moet qua stijl erg geleken hebben op het Schepenhuis.

De naam Spijker wordt voor het eerst vermeld in 1346 en komt van spica, het Latijnse woord voor korenaar. Het gebouw wordt dan ook in verband gebracht met graanopslag. Er waren meer van dergelijke spijkers in de stad, maar ze werden nooit onderzocht.

16de eeuw: Abdij van Heylissem

Historische bronnen leren ons dat het zandstenen gebouw in de 16de eeuw in het bezit was van de abdij van Heylissem, vandaag het Waals-Brabantse Hélécine. Hoewel oorspronkelijk bedoeld als refugium of toevluchtsoord voor de monniken in tijden van oorlog, had het gebouw ook een representatieve functie en werd het verhuurd aan burgers. Later komt het prestigieuze pand onder meer in handen van een procureur van de Grote Raad en diens kinderen.

Vandaag is in de tuin achter de appartementen enkel nog de oostelijke lange gevel van het Spijker bewaard, mee op aandringen van de stedelijke dienst Monumentenzorg. Bij het ontmantelen van de voormalige schoolgebouwen kon gelukkig nog een stuk van de zuidelijke korte gevel gedocumenteerd worden. Waarschijnlijk was dit de oorspronkelijke voorgevel, want bij het verwijderen van de bepleistering kwam een fraaie deuromlijsting aan het licht. In de muur bevonden zich nog een tweede, eenvoudigere deur en twee raampjes. In een van de raampjes werd wat van het originele loodglas teruggevonden.