Suzy Vanhoonacker is rechter, ondervoorzitter in de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Mechelen.  Startte in Mechelen de Drugsopvolgingskamer op en lanceerde het plan voor de Intra Familiaal Geweld (IFG) Opvolgingskamer.

  • Behandelt u regelmatig intra familiaal geweld (IFG)- zaken op uw zitting?

“Iedere vierde woensdag van de maand is er op de rechtbank een zitting waarop er enkel IFG-zaken behandeld worden. Er staan dan gemiddeld achttien zaken op de agenda maar deze worden niet altijd allemaal behandeld.  In nieuwe zaken wordt er soms om een uitstel gevraagd om partijen toe te laten de zaak in staat te stellen. De IFG-zittingen duren lang omdat er de nodige tijd genomen wordt om het gesprek aan te gaan zowel met de beklaagde als met de burgerlijke partij of het slachtoffer.”

“Die maandelijkse zittingen zijn echt wel nodig om de instroom van zaken te kunnen behandelen.  Ik hecht heel veel belang aan  IFG-zaken omdat deze een heel zware impact op het slachtoffer of de burgerlijke partij, dat kan de partner zijn maar ook de kinderen. Maar ook als het enkel om geweld op de partner gaat, zijn de kinderen daar onrechtstreeks slachtoffer van en creëert dat een zeer angstig en onveilig gevoel bij de kinderen.  In een ideale wereld zou elke thuis een warm en veilig nest moeten zijn”

  • Heeft u het gevoel dat het Family Justice Center (FJC) een bijdrage levert aan de gezinnen die met IFG geconfronteerd worden?

“Ik ben daarvan overtuigd, het is een heel belangrijk instituut dat hulpverlening binnen gezinnen installeert en op elkaar afstemt met als doel agressieve thuissituaties te ontmijnen en een grotere veiligheid binnen gezinnen te creëren.  Ik denk dat gezinnen zich daardoor gehoord en geholpen voelen. ”

  • Heeft u het gevoel dat er minder zaken zijn sinds het FJC opgericht is of dat de zaken gemakkelijker behandeld kunnen worden?

“Dat er minder zaken zijn dat denk ik niet, maar ik denk wel dat dat de informatie veel beter doorstroomt van de hulpverlening naar het parket en dat ik op de zitting dan veel meer informatie krijg over de gezinssituatie.”

“Door de installatie van FJC’s geeft de maatschappij het signaal dat IFG niet aanvaard wordt, dat we daar als maatschappij zeer zwaar aan tillen en dat we daar een oplossing voor willen bieden. De beste oplossing is meestal niet om daders in de gevangenis te steken en ze dan na een jaar terug naar huis te laten gaan.  Als ik bijvoorbeeld iemand een gevangenisstraf van tien maanden geef, dan is de kans groot dat deze met een enkelband thuis wordt uitgezeten, hetgeen in IFG zaken natuurlijk een heel groot probleem  met zich meebrengt.  De dader wordt als het ware thuis opgesloten, bij zijn partner, hetgeen de kans op frustraties en nieuwe feiten van agressie kan vergroten.  Een gevangenisstraf is voor mij het laatste redmiddel, als er niks anders meer mogelijk lijkt en als die persoon letterlijk uit dat gezin moet worden gehaald. Het moet dan om een voldoende zware straf gaan die niet met een enkelband wordt uitgezeten bij de partner waarop de partner waarop de feiten werden gepleegd.”

“In die zin vind ik een FJC zeer belangrijk omdat we liever hebben dat een dader zich laat begeleiden door de hulpverlening, dat hij of zij daaraan meewerkt en leert op welke manier met intra familiale frustraties om te gaan, leert om zijn of haar agressie te beheersen en op een andere manier te kanaliseren.  We hopen zo te voorkomen dat er nieuwe feiten plaatsvinden en een veilige thuissituatie te creëren.”

  • Heeft u nog enkele hiaten waar het FJC aan moet werken of rekening mee moet houden?

“Op dit moment kan ik dat nog niet zeggen, omdat we net zijn opgestart, misschien over een jaar, als we intensief in een aantal dossiers hebben samengewerkt. Op dit moment vind ik dat de contacten zeer open en constructief verlopen.”

  • U bent afgekomen met het idee van de IFG-opvolgingskamer, hoe is dit idee ontstaan?

“Onze voorzitter, Bart Willocx, spoort ons aan tot nadenken over doeltreffende werkwijzen en is een groot voorstander van opvolgingskamers.  Wij stelden ons vragen in dossiers waarin de dader tijdelijk uit huis werd geplaatst omwille van IFG gepleegd op de partner en/of de kinderen en na het vonnis plots terug naar huis komt.  Als de dader en het slachtoffer op zitting verklaren dat ze zich willen verzoenen en als koppel verder willen, dan mag dat uiteraard, dat kunnen wij niet verbieden.  Dit heeft voor gevolg dat de dader na het vonnis terug naar huis gaat en zijn gezin vervoegt.  Indien er een probatiemaatregel wordt opgelegd, wat tot nu toe meestal het geval was, wordt deze pas na een aantal maanden opgestart, dat is normaal.  De dader is dan een aantal maanden niet meer thuis geweest en komt dan plots terug thuis, zonder dat er een onmiddellijke omkadering of hulpverlening aanwezig is.   Daardoor is het idee van een IFG-opvolgingskamer ontstaan, om de terugkeer naar huis op een veilige manier te laten verlopen en van bij aanvang een onmiddellijk hulpverlening en een soort van controle op te starten.”

Wanneer het bij een probatiemaatregel misloopt, duurt het langer alvorens dit dossier terug op de rechtbank wordt gebracht.   De justitie-assistent geeft de veroordeelde uiteraard een aantal kansen, de probatiecommissie ook. Dit heeft in sommige zaken als gevolg dat het dossier soms pas twee jaar later terug bij de rechter belandt en er eigenlijk niet veel is gebeurd. Wanneer het bij een opvolging misloopt, volgt er in principe onmiddellijk een bestraffing, zonder voorwaarden uiteraard.”

“In de afdeling Mechelen is er, net zoals in vele andere rechtbanken,  een drugsopvolgingskamer waarbij de begeleiding voor de straf komt.  De personen die hiervoor kiezen gaan 2 keer per maand naar het justitiehuis, naar de sleutel, zoeken werk enz. en komen elke derde woensdag van de maand naar de rechtbank om een urinetest af te leggen en hun evolutie te bespreken. Als ze zich inzetten, hun druggebruik stopzetten en een hun leven terug op de rails krijgen, dan krijgen ze op het einde van dat jaar geen straf opgelegd, maar een opschorting van straf voor een bijkomende periode van 1 jaar, die niet op hun bewijs van goed gedrag en zeden komt.  We hopen dat ze aan het einde van de rit beseffen dat een drugsvrij leven aangenamer is en veel voordelen biedt en dit daardoor vrijwillig verder zetten.  We merken dat we daar tot nu toe al goede resultaten mee hebben behaald.”

“Met de IFG-opvolgingskamer willen we eigenlijk een beetje hetzelfde doen. Mensen met een blanco strafregister of een gunstig strafregister die wel ernstige feiten van agressie binnen hun gezin hebben gepleegd de kans geven om zich ter herpakken.  We hopen dat ook zij kunnen beseffen dat een gezinsleven zonder agressie hunzelf, hun partner en hun kinderen ten goede komt.  Zij zullen binnen een omkadering door het FJC hulpverlening moeten toelaten in hun gezin, leren hoe ze zich correct moeten gedragen ten aanzien van hun partner, opvoedkundige vaardigheden leren enz.  én ook één- of tweemaandelijks naar de rechtbank komen om de thuissituatie te bespreken en op te volgen.”

“We hebben bij de drugsopvolgingskamer geleerd dat de mensen meer gemotiveerd zijn om hun best te doen als de straf er nog vanaf hangt. Bij een probatiemaatregel is het omgekeerd, dan is de straf reeds opgelegd en ebt bij velen de motivatie snel weg en denken ze ‘Het zal zo nauw niet steken.’ Een probatieopvolging duurt ook vaak drie jaar, wat veel mensen heel lang vinden.”

“We hebben geleerd dat kort op de bal spelen met een intensief kort traject beter werkt. We proberen de motivatie van de mensen ook te veranderen, van een externe motivatie: het niet krijgen van een straf, naar een interne motivatie: ik voel me beter zonder die ruzies thuis, mijn relatie met mijn partner en mijn kinderen is veel fijner zo.”

“Als de opvolging goed loopt, krijgen ze een opschorting van straf.  Loopt het slecht, dan volgt er een waarschuwing en bij niet verbetering wordt er een straf opgelegd.  Het is eigenlijk een efficiëntere en eenvoudigere manier van werken.”

  • Hoe gaat deze IFG-kamer te werk en welke maatregelen gaat die kunnen opleggen?

“Bij akkoord van de beklaagde en het openbaar ministerie, neem ik de zaak op de inleidingszitting in beraad en een week later beveel ik bij vonnis een maatschappelijke enquête. Dit houdt in dat er een justitie-assistent aangesteld wordt en die contacteert op hele korte tijd de beklaagde en het FJC.  De justitie-assistent stelt samen met het FJC en de beklaagde een traject met voorwaarden op dat het volgende jaar zal worden gevolgd.”

“De rol van het FJC is om aan te reiken waar de problemen liggen, hulpverlening voor te stellen en de mogelijke noden van de man of vrouw na te gaan. Dit alles wordt opgenomen in het plan door de justitie-assistent.  Dit wordt dan op de rechtbank met de beklaagde besproken en indien hij nog steeds akkoord gaat, start het intensieve opvolgingstraject.  Beklaagde start de hulpverlening op, blijft in contact met het FJC en het justitiehuis en verschijnt één of tweemaandelijks op de rechtbank ter bespreking van het traject.

De voorwaarden die opgelegd kunnen worden zijn onder meer het volgen van een gedragstraining, een koppeltherapie bij het CGG, een begeleiding voor een verslaving, het aanleren van opvoedkundige vaardigheden, regelmatig werken enz..  Eigenlijk gelijkend op probatievoorwaarden met dat verschil dat de straftoemeting nadien volgt en daarbij rekening wordt gehouden met de inzet bij het traject.  Iemand die zich ten volle inzet, zijn best doet om zich te verbeteren, geen nieuwe feiten pleegt en nieuwe inzichten aanleert krijgt indien het kan een opschorting van straf opgelegd.”

  • Moet de wetgeving hiervoor aangepast worden?

“Er is geen specifieke wetgeving voor de IFG-opvolgingskamer, het justitiehuis krijgt haar mandaat door de maatschappelijke enquête en nadien wordt de zaak elke maand op de rechtbank geëvalueerd of opgevolgd en terug uitgesteld naar de volgende maand.  Het vonnis volgt dan na 10 maanden à 1 jaar.  Hetzelfde geldt voor de drugsopvolgingskamer maar daar wordt intussen wel aan wetgevend kader gewerkt.”

  • Welke rol ziet u het FJC hierin spelen? Het FJC is namelijk een vrijwillige organisatie en kan een persoon geen maatregelen opleggen.

“De druk op de beklaagde komt van de rechtbank.  Een beklaagde is nooit verplicht om mee te werken aan een begeleiding, maar wanneer hij of zij er voor kiest moet hij of zij zich ook effectief inzetten, zich open en constructief opstellen en meewerken.  Indien dat niet lukt dan zal er meestal ook geen straf met probatieuitstel opgelegd,  want dat vraagt dezelfde motivatie van de beklaagde.  Zonder zijn of haar effectieve medewerking, kan er geen nuttige begeleiding worden gevoerd.    Het is makkelijk om voor de rechtbank veel te beloven, moeilijker om dit achteraf waar te maken.  Hier bouwen we een extra stok achter de deur in door de straftoemeting na de begeleiding te plaatsen, wie zijn best doet wordt beloond.”

  • Welk type dossiers zou er opgevolgd worden door de IFG- opvolgingskamer? Is de opvolgingskamer bevoegd voor elk soort daders?

“De opvolgingskamer zou vooral dossiers opnemen met weerkerend geweld waarin de partijen met elkaar verder door het leven willen gaan en de beklaagde voor het eerst terug naar huis mag. Het doel is vooral een veilige terugkeer naar huis te creëren naar het volledige gezin toe.”

“Niet alle zaken zullen door de IFG-opvolgingskamer worden opgenomen.  In zaken met heel lichte of éénmalige feiten of waarvan de koppels uit elkaar zijn, lijkt het minder zinvol.  In zaken met heel zware agressiefeiten kan het ook zijn dat dit niet is aangewezen omdat een zware straf noodzakelijk lijkt.”

“Het zal vooral gaan om feiten van een matige ernst waarbij de beklaagden hun fout inzien en bereid zijn om eraan te werken.”