Sinds oktober 2020 is Sophie een halve dag per week ‘gedetacheerd’ vanuit het CGG naar het Family Justice Center Mechelen voor kortdurende krachtgerichte begeleiding van cliënten die een FJC-traject volgen.

Sophie Vroemans is haar carrière in de geestelijke gezondheidszorg gestart in een psychiatrisch centrum op de opname afdeling (crisis psychiatrie)en is nu actief in het Centrum Geestelijke Gezondheidszorg De Pont te Mechelen. Hier startte ze 6 jaar geleden bij het Emergo Knooppunt in combinatie met haar job in de psychiatrie.

De taken van het Emergo Knooppunt waren advies en coaching (casus gebonden, anoniem, complex), hulp bij doorverwijzing (binnen-buiten netwerk, privé, zelfhulp), ondersteuning in de communicatie tussen zorgverleners, toeleiding tot en deelname (psy)MDO, vroegdetectie van beginnende psychische problemen, psychologische screening, vorming & intervisie en een signaalfunctie binnen het GGZ netwerk Emergo. Van hieruit ontstond al een eerste samenwerking met het FJC met een deelname aan de wekelijkse FJC-overlegtafel.

Nu werkt Sophie voltijds bij het CGG en bewaakt ze binnen het oriënteringsteam van Mechelen de instroom en staat zij in voor coaching en advies van de eerste lijn. Het oriënteringsteam werkt nauw samen met verwijzers en screent cliënten die in aanmerking komen voor het CGG.

Wat voor samenwerking bestaat er tussen het CGG en het FJC?

Wanneer een casusregisseur van het FJC merkt dat psychologische ondersteuning op korte termijn wenselijk is en eerstelijnshulp onvoldoende is wordt Sophie ingeschakeld. “Dit wordt gedaan wanneer er een vermoeden is van psychische kwetsbaarheid die kortdurend behandeld kan worden. De samenwerking is dat de stad Mechelen het CGG ondersteunt om mij te detacheren om die cliënten op te nemen.

De kortdurende behandeling bij Sophie bestaat uit ongeveer 10 sessies en is voornamelijk krachtgericht in het hier en nu. Wanneer wordt ingeschat dat een langer therapeutisch traject aangewezen is, kan vanuit het oriënteringsstuk naar de reguliere werking van het CGG gekeken worden.  Naast het bieden van psychologische ondersteuning schuift Sophie ook elke maandag aan bij de overlegtafel van het FJC als experte.

Wat voor mensen komen bij jou terecht vanuit het FJC?

Allerlei soorten volwassenen met een psychische kwetsbaarheid komen bij Sophie terecht. “Mensen die meer nodig hebben dan eerstelijns zorg maar niet per sé een intensieve behandeling willen of moeten aangaan.” Sophie werkt met zowel slachtoffers als plegers van intra familiaal geweld. “De meesten die bij mij komen hebben nog geen contact gehad met de GGZ. Ik vind het daarom belangrijk dat deze mensen een eerste positief contact hebben met psychische hulpverlening.”

Wat maakt deze aanpak bijzonder?

“De samenwerking is vooral speciaal dankzij de korte lijn tussen het FJC en het CGG. We proberen heel goed samen te werken met verwijzers maar onze middelen zijn beperkt waardoor verwijzers dikwijls stoten op wachtlijsten. Wanneer de casusregisseur van het FJC denkt dat iemand in aanmerking komt voor de kortdurende behandeling kan ik binnen een week tot maximaal twee weken een eerste gesprek aanbieden.”

Waarom is deze aanpak nodig?

“Het is heel belangrijk dat mensen die intrafamiliaal geweld hebben meegemaakt hun verhaal kunnen doen. Veel van de cliënten hebben nog nooit met een therapeut gesproken.  Ze hebben er nood aan om gehoord te worden en erkenning te krijgen voor het psychisch lijden. Er zitten veel mensen tussen die niet in de gespecialiseerde GGZ terecht hoeven te komen maar wel veel bagage meedragen.” Sophie probeert te voorkomen dat psychische problemen erger worden.  “Het is belangrijk om de verergering van psychische problemen te voorkomen en om eventueel de cliënt naar de juiste plek door te verwijzen. Zonder deze samenwerking zouden heel wat cliënten zonder hulpverlening komen te zitten of misschien verkeerdelijk doorgestuurd worden naar een therapeutisch traject."

Wat voor reacties krijg je?

“Overwegend positief. Er zijn er die het heel waardevol vinden en geen enkele afspraak missen. Er zijn ook cliënten die afhaken en ik moeilijk kan bereiken. Het goede aan de samenwerking is dat als ik een cliënt niet kan bereiken, ik dat kan laten weten aan de casusregisseur. De inhoud van de gesprekken wordt niet teruggekoppeld aan de casusregisseur.”

Waar haal je voldoening uit in je werk voor het FJC?

“Ik ben mijn carrière gestart in de crisis psychiatrie en heb altijd eerder kortdurend en herstel- en krachtgericht gewerkt. Ik ben heel hard voor preventie en ik denk dat dit voor een groot stuk preventief werken is. Mensen helpen die niet per sé in de GGZ terecht hoeven te komen maar door omstandigheden, contextuele problemen en maatschappelijke problemen toch heel wat bagage meedragen. Wanneer ik de therapie wel binnen die korte behandeling kan afronden of ze kan doorverwijzen naar de juiste plek geeft mij dat voldoening. Ik wil voorkomen dat psychische problemen erger worden en ik doe dit werk graag.”

Welke uitdagingen kom je tegen?

“Sinds ik zelf mama ben komen de verhalen met kinderen harder binnen. Er lijkt een hiaat in de hulpverlening voor kinderen die slachtoffer of getuige zijn van intra familiaal geweld omdat er op eerstelijn heel weinig voor bestaat en mensen vaak het reflex hebben om te denken: ‘die kinderen kunnen ook naar het CGG’. Maar wij zijn een gespecialiseerde tweedelijns dienst die therapeutische ondersteuning biedt. Terwijl kinderen veerkrachtig zijn en niet per sé therapie nodig hebben. Dikwijls hebben de kinderen een steunfiguur of aanspreekpunt nodig om hun verhaal kwijt te kunnen. Ik vind het jammer dat er nog geen samenwerking bestaat met het CAW of het CGG speciaal voor deze kinderen. Ik merk dat veel moeders pas geholpen kunnen/willen worden wanneer ze weten dat hun kinderen geholpen worden. Ik probeer daarom moeders ook wel te ondersteunen in hun moederrol en te bespreken over hoe zij om kunnen gaan met de trauma’s van hun kind. Het hiaat dat ik opvul is die mama’s hun verhaal laten doen rond die kinderen maar er is eigenlijk niemand die die kinderen een plekje geeft los van therapie.”