Bij Stad Mechelen schrijven we in heldere, actieve en begrijpelijke taal. Maar hoe doe je dat?  

  • Helder: Val met de deur in huis. Het moet direct duidelijk zijn waar je tekst over gaat. Het belangrijkste voor de lezer komt eerst. Later ga je pas op de achtergrond en eventuele details in. Verdeel je tekst in korte, duidelijke alinea’s met informatieve tussenkopjes.
  • Actief: Vermijd ‘worden’ en ‘men’. Schrijf niet ‘Het voorstel werd goedgekeurd door het bestuur’, maar schrijf ‘Het bestuur keurde het voorstel goed’. Vermijd ook koppelwerkwoorden zoals ‘kunnen’ en ‘zullen’.
  • Begrijpelijk: Schrijf op het taalniveau van een 12-jarige (B1-niveau). Voorkom vaktaal, gebruik alledaagse woorden en hou je zinnen zo kort mogelijk. Met andere woorden: schrijf zoals je praat. Zo ben je er zeker van dat minstens 80 tot 90 % van de lezers jouw tekst begrijpt.